Hheel lang geleden, nog lang voordat de mens op aarde was, leefden er vele soorten vogels. Ze leefden vreedzaam samen in één groot tropisch regenwoud. Als jij en ik er destijds geleefd hadden, dan zouden we ze nauwelijks van elkaar hebben kunnen onderscheiden. De vogels waren toen niet zo kleurrijk gevederd als tegenwoordig. Nee, ze waren of helemaal donkerbruin of helemaal donkergrijs. Hun saaie kleuren verrijkten het woud allerminst. Als het niet voor de bloemen met al hun felle kleuren was geweest, dan zou het woud maar een saaie plek zijn geweest.

Veel vogels deden hun best om er mooier uit te zien. Ze probeerden van alles om hun veren van een kleurtje te voorzien. Zo schraapten ze zich langs de groene bladeren of probeerden ze hun veren met rood bessensap te verven. Maar de kleuren bleven nooit lang zitten. Na verloop van tijd dachten ze dat er geen hoop op verandering was; eens grijs, altijd grijs. Telkens wanneer ze kleurrijke vlinders, oranje sinaasappelen of gele bananen zagen, werden ze er droevig van. Ze begrepen niet waarom ze zulke pech hadden.

Iedere namiddag kwam er een donkere wolk over het tropische regenwoud drijven. Het groene huis van de vogels werd dan door regen en bliksem bezocht. De wolk bleef nooit lang en wanneer hij weer wegtrok dan verscheen er een prachtige regenboog. De vlinders en bloemen waren zeker allermooist, maar niets in de natuur was zo mooi als de stralende schoonheid van de regenboog. De vogels verheugden zich iedere dag opnieuw om een glimp van de regenboog te kunnen opvangen. Telkens wanneer hij verscheen, wensten de vogels dat ze op een dag al die wonderlijke kleuren met de natuur zouden kunnen delen.

Op een dag, toen de wolk verdween, kwam de regenboog zoals altijd weer tevoorschijn. Maar er leek iets mis te zijn. Het was alsof de regenboog vies was geworden. De altijd zo prachtige kleuren waren nu dof en donker. De vogels konden hun ogen niet geloven. Wat nu? Wat zou er mee gebeurd zijn? Zou hij ziek zijn geworden? Welnee, de regenboog kan toch zeker niet ziek worden?! Al weet je het natuurlijk nooit. Ze keken toe en hoopten dat datgene wat de kleuren wegnam weer snel zou verdwijnen. Maar het leek alleen maar erger te worden. Er begonnen zelfs mysterieuze gaten in de regenboog te verschijnen. De vogels voelden hun harten breken. Wat gebeurde er met hun geliefde regenboog?

Plots verscheen er een gouden licht aan de hemel, waaruit een prachtige, kleurrijke, magische vogel tevoorschijn kwam. Het was een feniks — een legendarische vogel met ongekende en mysterieuze krachten.

“Dag vrienden. Het is mijn heilige taak om de regenboog te beschermen. Ik ben gekomen om jullie om hulp te vragen. Onze regenboog wordt door kakkerlakken aangevallen. Ik heb mijn best gedaan, maar het zijn er teveel om in mijn eentje te kunnen verdrijven. We moeten snel handelen, want ze zullen niet stoppen totdat ze alle laatste restjes van de regenboog hebben opgegeten. Wat zeggen jullie? Willen jullie me helpen? Het is onze enige kans om de regenboog te redden.”

“U kunt op ons rekenen. Laten we meteen gaan!”, riepen de dappere vogels zonder te aarzelen.

Maar niet alle vogels waren zo dapper of gewillig om te helpen: “Wat zou het? Het gaat ons niets aan.”

De feniks was teleurgesteld bij het horen van deze woorden. Maar er was geen tijd te verliezen, dus vloog hij met enkel de dappere vogels op naar de regenboog. Ze vlogen hoger en hoger en bereidden zich voor op de strijd om hun geliefde regenboog van die slechte kakkerlakken terug te winnen.

Toen ze bij de regenboog aankwamen, waren ze bang dat ze reeds te laat waren. De regenboog zat inmiddels vol met gaten en de kakkerlakken leken niet te stoppen. Het waren er zoveel en ze aten van alle kanten tegelijk stukken weg. De vogels waren sterk in de minderheid, maar ze vochten dapper. De strijd duurde voort en voort en langzaamaan begonnen zowel kakkerlakken als vogels van uitputting neer te vallen. Maar de vogels gaven niet op en vochten dapper door totdat ze uiteindelijk de strijd gewonnen hadden.

De vogels waren vol van vreugde om hun overwinning. Ze zagen hoe de regenboog zichzelf weer herstelde en nu weer zo mooi en kleurrijk als altijd scheen. De kleuren waren van dichtbij nog mooier dan ze ooit hadden kunnen dromen. De vogels vlogen in het rond en terwijl ze door de regenboog vlogen gebeurde er iets onvoorstelbaars. Hun veren werden gekleurd met de vele wonderlijke kleuren van de regenboog.

“Ik ben zo blauw als alle tinten van de blauwe lucht!”
“Ik ben zo oranje, geel en groen als een citrusvrucht!”
“Ik heb geen kleurtje minder; ik lijk wel een vlinder!”

De feniks zag hoe gelukkig de vogels waren en zelf was hij ook zo gelukkig als nooit tevoren. “Als beloning voor jullie hulp mogen jullie allemaal jullie kleur van de regenboog houden. Zo zal deze dag nooit vergeten worden!”

De vogels hadden jarenlang op deze mooie dag gewacht. Hun wensen waren nu eindelijk uitgekomen. Maar onthoud, niet alle vogels wilden de feniks helpen bij het beschermen van de regenboog. Zij die achtergebleven waren, hetzij om luiheid of zelfzucht, waren nog steeds heel saai grijs en bruin. Je kunt je vast hun verbazing en schaamte wel voorstellen toen de andere vogels met al hun prachtige kleuren en motieven terug kwamen gevlogen. Ze hadden hun lesje wel geleerd. Als ze hun vriend in nood hadden geholpen, dan hadden zij nu ook zo kleurrijk en mooi als de anderen kunnen zijn.

En dat is waarom je tegenwoordig beide soorten vogels kunt vinden. Vogels met vele schitterende kleuren en vogels die heel gewoon of zelfs akelig zijn. Wanneer je de volgende keer naar buiten kijkt, waarom probeer je dan niet eens de vogels te vinden die door de regenboog vlogen?